En nu even praktisch: over leiderschap
Gepubliceerd op 13-04-2018, door Bram HartIn de afgelopen verdiepingsartikelen heb ik geprobeerd om een beeld te schetsen van de verschillende stijlen in leiderschap. Niet alleen de pad-doel theorie kwam voorbij, ook taak- en persoonsgericht leiderschap passeerde de revue. Maar de koppeling naar de praktijk is lastiger: hier gaat het deze week over.
Hoe werkt dat eigenlijk, leiderschap in de praktijk?
Naast de stijlen die ik in de afgelopen artikelen heb behandeld, zijn er nog vele boeken vol geschreven over leiderschap. Iedereen herkent weer een andere stijl die het antwoord zou zijn voor alle problemen binnen de organisatie.
Je raadt het al: dé oplossing voor alle problemen bestaat niet. Zoals ik in het eerste artikel al benoemde bloeit de ene organisatie onder bikkelharde leiding, maar gaat de andere organisatie er aan ten onder. Wat is hierin het geheim? Ik zie hierin het belang van fit: een succesvol leider past bij zijn of haar omgeving. De schreeuwer bereikt een dove niet.
In de praktijk betekent dit twee zaken:
- Ken jezelf
- Ken de ander
Ken jezelf
De eerste stap oogt verraderlijk simpel: hoe moeilijk kan het zijn. Maar kan jij voor jezelf aangeven wat jouw sterke punten zijn als leider? Waar je verbeterpunten liggen? En hoe jij omgaat met weerstand?
Voor deze stap kan je de verschillende leiderschapsstijlen die in eerdere artikelen langs zijn gekomen teruglezen (komt al die theorie tóch nog van pas;)). Ga eens bij jezelf te rade: komt jouw manier van leiding geven meer overeen met bijvoorbeeld het taak- of het persoonsgericht leiderschap? Alleen al met deze twee stijlen zou je een balans voor jezelf op kunnen maken.
Eigenlijk mag je ‘zelfkennis’ niet zo gechargeerd neerzetten als ik hierboven heb gedaan. Jezelf kennen gaat veel dieper dan de balans opmaken aan welke leiderschapsstijl je de voorkeur geeft.
Ken de ander
Zo ingewikkeld als zelfkennis is, zoveel ingewikkelder is het om anderen te doorgronden. Ik wil daarom ook vooral niet zeggen dat je de ander volledig moet kennen om effectief leiding te kunnen geven. Om het simpel te houden zou ik graag het situationeel leiderschap van Paul Hersey en Ken Blanchard willen introduceren (zie onder).
Volgens Hersey en Blanchard kan je je medewerkers indelen volgens twee criteria: benodigde sturing en benodigde ondersteuning. Hieruit volgen de vier hierboven genoemde situaties waar je als leider op aan dient te sluiten. De verschillen tussen de vier blokken (S1 t/m S4) is de mate waarin de leider actief moet vertellen wat er moet gebeuren (sturing) en in welke mate de medewerker verteld moet worden hoe het moet gebeuren (ondersteuning).
Via dit simpele model zou je kunnen bekijken in welke situatie jouw medewerkers zich bevinden, en daar je stijl op aan kunnen passen.
Dit is in vogelvlucht leiderschap in de praktijk. In minder dan 500 woorden heb ik een heleboel informatie opgeworpen en niet zoveel antwoorden gegeven als je misschien had gehoopt. Lees dit artikel daarom vooral als introductie: haal er uit wat je interessant vindt en ga dit onderzoeken!